Een verdrietige ontmoeting

Publicatiedatum: 2 maart 2014

Ingezonden brief van Harrie Veldman

Op de website www.ingasteren.nl las ik een artikel over groot onderhoud wegbeplanting Anderenseweg tussen Anderen en Eext.

Wat werd vermeld:

  • de bomen hebben te weinig ruimte voor een gezonde ontwikkeling
  • boven de weg bevinden zich laag hangende takken in het rijprofiel
  • er wordt gedund en gesnoeid
  • op de wegbeplanting is de boswet van toepassing
  • daarom zijn werkzaamheden niet vergunning plichtig
  • er kan dus geen bezwaar worden gemaakt

Dit prikkelde mij en dus de fiets gepakt om eens te kijken (helm op i.v.m. laag hangende takken).

Halverwege de Anderseweg had ik een bijzonder ontmoeting en raakte ik in gesprek met een daar geplant huilend ‘eikelboompje’.

“Hè, boompje waarom huil jij? “

“Ach meneer, ik word binnenkort omgezaagd. Er kwamen 3 mannen in oranje jassen in een grote gele auto. 1 had een grote tekening en daar stonden alle eikelbomen (mijn grote broers en zusters) en een berkenboom op. Hij zei tegen de andere 2 mannen welke eikelbomen gestipt moesten worden. 1 van de 2 gaf de hoogte aan en de andere spoot aan beide kanten een witte stip. Ik kreeg ook, hoe klein ik ook ben, aan beide kanten van mijn lijf een witte stip, want, zo zei de man met de tekening, ze wisten nog niet van welke kant de aannemer zou beginnen. Snuf snuf.”

“Maar”, zei ik, “jij bent nog heel klein, jij hoeft toch nog niet gekapt te worden?” (nb hij stond nog in een soort box, zodat de wind/storm hem niet zou omblazen)

Hij snikte opnieuw en vertelde dat hij geboren was op een heel groot veld. Daar stonden allemaal broertjes en zusjes van hem. Zij hadden hem verteld dat hij wel 150 jaar kon worden.

Op een dag was hij uitgegraven en op een auto naar deze plek gereden, daar had een grote broer eikelboom gestaan. Deze was 3 jaar geleden met een storm omgewaaid. Hij mocht hier nu staan.

“Maar hebben de mannen nog gezegd, waarom jij nu gekapt moet worden. Jij bent nog veel te klein”, vroeg ik. Weer begon hij te huilen en snikte dat de mannen zeiden dat hij op de tekening stond en daarom moest worden gekapt. “Ik zei nog” en hij snikte opnieuw, “maar dat is mijn grote broer geweest, die is al in de eikelboomhemel.”

“Maar zij hebben mij toch gestipt, kunt U nog iets voor mij doen, meneer? En misschien ook voor mijn andere broers en zusters, want wij zijn helemaal nog niet zo groot enne over deze weg komen bijna geen grote auto’s. Af en toe een fietser en ik heb ook wel eens een hardloper hier langs zien komen. Alstublieft, meneer kunt u mij/ons helpen?”

“Sorry eikelboompje, ik zou dolgraag willen, ook voor je broers en zusters, want er zijn met de laatste storm heel veel bomen omgewaaid, zodat er, denk ik, voorlopig, maar niet gekapt moet worden. Maar er is hier geen kapvergunning nodig en toen je broers en zusters hier geplant zijn, is er een planning gemaakt wie, wanneer omgezaagd moet worden. Dit kan niet nog een aantal jaren uitgesteld worden, want dan klopt de planning niet meer. Deze staat in een computer. Mocht die hardlopende meneer nog langs komen, vraag dan of hij je kan helpen. Die heeft overal verstand van, van windmolens, dorpshuizen en misschien ook wel van eikelbomen.”

Ik ben op de fiets gestapt en toen ik uit het zicht van het kleine boompje was, heb ik toch een potje staan janken. Ik denk, dat het ook anders kan, maar voel me ontzettend machteloos, omdat ik als burger niets kan doen.

Een verdrietige inwoner van Gasteren.